Dysartrie

Dysartrie


WAT IS DYSARTRIE?


Dysartrie is een spraakstoornis waarbij de spiercontrole van het spraakmechanisme is verstoord.


Er zijn 5 basisonderdelen in het spreken, namelijk ademhaling, stem, resonantie, uitspraak en zinsmelodie (prosodie). Deze 5 onderdelen kunnen in meer of mindere mate gestoord zijn bij dysartrie.

Binnen elk van deze 5 onderdelen kan de kracht, coördinatie, snelheid, timing, juistheid en het bereik van de uitvoering gestoord zijn. De persoon is hierdoor minder verstaanbaar.


Wat kan er fout lopen?


  1. Ademhaling: De uitgeademde lucht wordt niet correct of onregelmatig gebruikt om te spreken.
  2. Stem: De stem kan hees en schor klinken.
  3. Resonantie: De lucht ontsnapt tijdens het spreken door de neus, waardoor de klanken nasaal klinken.
  4. Uitspraak: De klanken klinken vervormd ten gevolge van een beperkte beweeglijkheid van de tong-, kaak-, en lipbewegingen.
  5. Zinsmelodie (prosodie): De spreeksnelheid is vertraagd of versneld, er zijn weinig toonhoogtevariaties mogelijk, de luidheid is gestoord en/of men legt geen klemtonen in het spreken. De spraak kan hierdoor monotoon klinken. Een vraag klinkt bijvoorbeeld hetzelfde als een mededeling.


Dysartrie kan in een heel lichte vorm aanwezig zijn (bijna niet merkbaar voor de omgeving) en kan gaan tot anartrie. Dit laatste betekent dat er geen functionele spraak meer aanwezig is. Een persoon met dysartrie heeft een intact taalvermogen.



OORZAKEN VAN DYSARTRIE


De meest voorkomende oorzaak van afasie is een CVA (cerebrovasculair accident), beter bekend onder de term ‘beroerte’ of ‘attaque’.


De oorzaak van een CVA is een onderbreking van de bloedvoorziening naar een deel van de hersenen. Deze onderbreking wordt veroorzaakt door een hersenbloeding of een herseninfarct.


Een herseninfarct is een afsluiting van een ader door een bloedklonter die ergens in het lichaam (bijvoorbeeld in het hart) ontstaat en uiteindelijk in de hersenen terecht komt (een embolie). De bloedklonter kan ook in het bloedvat zelf ontstaan (een trombose).


Een hersenbloeding treedt op wanneer een ader scheurt ten gevolge van een verzwakte plek in de wand.


  • Trombose: bloedprop vernauwt en blokkeert de slagader

 

  • Embolie: stolsel blokkeert slagader


  • Bloeding: gescheurde slagader


Andere mogelijke oorzaken van dysartrie zijn bijvoorbeeld een hersentrauma ten gevolge van bijvoorbeeld een ongeval, een hersentumor, een herseninfectie of een neurologische ziekte zoals Multiple Sclerose (M.S.), Ziekte van Parkinson, Amyotofische Lateraal Sclerose (A.L.S.).



WAT DOEN WIJ?


  • Wij observeren en onderzoeken de persoon met dysartrie om de aard en omvang van de problemen te bepalen.


  • De persoon met dysartrie en zijn familie krijgen informatie over de spraakproblemen.


  • We geven gerichte behandeling voor de gestoorde onderdelen in het spreken. Er kunnen dus oefening gedaan worden om de ademhaling, stem, weerklank, uitspraak en/of zinsmelodie te verbeteren en te leren controleren.


  • De communicatie tussen de persoon met dysartrie en zijn familie optimaliseren is een belangrijk doel in de therapie.


  • Indien aangewezen zullen we, al dan niet tijdelijk, een ondersteunend communicatiemiddel inschakelen. De logopedist leert de persoon met dysartrie en de omgeving hoe ze hiermee moeten werken.


  • We geven begeleiding bij het aanvaarden van het ‘anders’ communiceren.



TIPS VOOR FAMILIE EN VRIENDEN:


Algemeen:


  • Niet het spreken, maar wel de communicatie moet centraal staan!


  • Tracht u aan te passen aan de nieuwe situatie die voor iedereen moeilijk is. Wees tevreden met elke kleine vooruitgang.


  • Toon begrip voor de gevoelens en de moeilijkheden die de persoon momenteel ondervindt. Laat duidelijk merken dat u hem/haar tracht te begrijpen en dat u hem/haar steunt.


  • Breng orde en regelmaat in de omgeving en bezigheden aan zodat de persoon een gevoel van veiligheid en zekerheid krijgt.


  • Neem tijd voor een gesprek. Ga zitten en maak oogcontact.


  • Blijf de persoon behandelen als een volwassene en praat ook niet over zijn/haar hoofd!


  • Spreek niet in de plaats van de persoon.



TIPS DIE HET BEGRIJPEN BEVORDEREN:


  • Wees eerlijk en zeg het openlijk als u de boodschap niet begrepen heeft. Vraag om herhaling.


  • Zeg aan de persoon wat u denkt te hebben verstaan. Controleer of dit klopt.


  • Creëer een rustige omgeving tijdens een gesprek. Zet bijvoorbeeld de radio of televisie uit.


  • Kijk naar de persoon als hij praat en tracht informatie af te leiden uit lip-en mondbewegingen.


  • Wees creatief als je de boodschap niet begrijpt, stel dan bijvoorbeeld ja/neen-vragen, vraag de persoon om de boodschap op te schrijven, een gebaar te maken, te wijzen, traag te praten, …



TIPS DIE HET SPREKEN STIMULEREN:


  • Geef hem/haar voldoende tijd om te antwoorden.


  • Herhaal het gedeelte van de boodschap dat je wel begrepen hebt, zodat de spreker niet de gehele boodschap moet herhalen.


  • Houd rekening met vermoeidheid. Als de persoon moe is zal het praten moeilijker zijn.


  • Indien geïndiceerd zal de logopedist een ondersteunend communicatiemiddel, zoals een letterkaart introduceren.



WENST U MEER INFORMATIE?



TERUG NAAR NEUROGENE STOORNISSEN